project Beschrijving

Bliksemafleiders PDC 6.3


  • Vervaardigd in AISI 304L roestvrij staal. Heeft geen externe voeding nodig. Garantie van elektrische continuïteit en werking na blikseminslag, onder alle atmosferische omstandigheden. Bliksemafleider met niet-elektronisch ESE-systeem (Early Streamer Emission), gestandaardiseerd volgens de normen UNE 21.186 en NFC 17.102.
Aanpasbaar aan alle soorten gebouwen.
Toepassingsnormen:
UNE 21.186 NFC 17.102
EN 50.164 / 1 EN 62.305
  • Vervaardigd in AISI 304L roestvrij staal.
Heeft geen externe voeding nodig.
Garantie van elektrische continuïteit en werking na blikseminslag, onder alle atmosferische omstandigheden.
Beschermingsstralen berekend volgens: Norm UNE 21.186 & NFC 17.102.
(Deze beschermingsstralen zijn berekend op basis van een hoogteverschil van 20 m. Tussen het uiteinde van de bliksemafleiders en het beschouwde horizontale vlak).

CONTACT
PDF Download

Werkprincipes

Tijdens onweersbuien wanneer de bliksem-omlaagleider het grondniveau nadert, kan een opwaartse leider worden gecreëerd door elk geleidend oppervlak. In het geval van een passieve bliksemafleider plant de opwaartse leider zich pas voort na een lange periode van herstructurering van de lading. In het geval van een PDC-serie wordt de starttijd van een opwaartse leider aanzienlijk verkort. De PDC-serie genereert gecontroleerde magnitude- en frequentiepulsen aan de punt van de terminal tijdens hoge statische velden die kenmerkend zijn voor een bliksemontlading. Dit maakt het mogelijk een opwaartse leider te creëren vanaf de terminal die zich voortplant naar de neerwaartse leider die uit de onweerswolk komt.

Systeem vereisten

Het ontwerp en de installatie van de terminals moeten worden voltooid in overeenstemming met de vereisten van de Franse norm NF C 17-102. Naast de vereisten voor de plaatsing van klemmen, vereist de norm minimaal twee paden naar aarde per klem voor niet-geïsoleerde geleidersystemen. Een dwarsdoorsnede van de neerwaartse geleider van ≥50 mm2 is gespecificeerd. De neerwaartse geleiders moeten op drie punten per meter worden vastgezet met een potentiaalvereffening op nabijgelegen metalen voorwerpen.
Elke neerwaartse geleider vereist een testtang en een speciaal aardingssysteem van 10 ohm of minder. De bliksembeveiligingsaarde moet worden verbonden met de grond van het hoofdgebouw en alle nabijgelegen ondergrondse metalen voorwerpen. De NF C 17-102 en vergelijkbare ESE-normvereisten voor inspectie en testen variëren van elk jaar tot elke vier jaar, afhankelijk van de locatie en het geselecteerde beschermingsniveau.